duurzaam ruimtegebruik
Hoewel West-Vlaanderen als een open landschap bekend staat, is de werkelijkheid stilaan anders. In de laatste 25 jaar is de open ruimte in West-Vlaanderen met meer dan 6% afgenomen. In diezelfde periode is de bebouwde ruimte met bijna 40% toegenomen. Dorpen zien residentiële woonuitbreidingsgebieden als de manier om hun bevolking en gemeentelijke inkomsten op peil te houden (33% meer ruimte ingenomen door woningen laatste 25 jaar (2016)). Aan de kust is de nieuwbouwintensiteit het dubbele van de Belgische. Landschappen takelen verder af en vele groene hoekjes en kanten verdwijnen om de gebruikswaarde van gronden te verhogen. En ook in West-Vlaanderen zijn het vooral de natuurgebieden, die de aftakeling van de biodiversiteit vertragen. Maar deze staan ook onder grote druk van onder andere de toenemende recreatie.
Europa vraagt tegen 2050 een nultoename van ruimtebeslag in Vlaanderen. Vandaag is dat 6 ha per dag. In dat tempo eindigen we rond de 45% procent bebouwde oppervlakte in 2050. Met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen heeft de Vlaamse regering de ambitie om de bebouwde ruimte slimmer te gebruiken, zodat we geen nieuwe open ruimte moeten aansnijden. Maar oude gewoonten en regels loeren om de hoek: voortdurende vraag naar extra bedrijventerreinen, extra weginfrastructuur, ontheffen van vergunning voor aanleg van beperkte extra verhardingen, contract-convenanten voor een niet-landbouwgerelateerde activiteit in oude stallen, planologische attesten op maat van bedrijven in het platteland, vakantiewoningen op voormalige campings, stallen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, ruimtelijke uitvoeringsplannen met een netto-toename aan verharding,… De gevolgen zijn direct voelbaar: de kosten van de openbare voorzieningen swingen de pan uit. Hoge kosten zijn er voor riolering, maar ook door files omwille van verspreide bebouwing. Het overaanbod aan weinig duurzaam ontsloten bedrijventerreinen zorgt voor extra wegennet. Toename van verharding is oorzaak van toenemende wateroverlast, hitte-eilanden in verstedelijkte gebieden en afname van de biodiversiteit,…
Bedrijventerreinen
Onder het credo ‘groeien om te bloeien’ wordt nog steeds veel open ruimte ingenomen worden voor bedrijventerreinen (34% extra bedrijvengrond in West-Vlaanderen de afgelopen 15 jaar (cijfers 2016)). Functiewijzigingen worden toegelaten en zonevreemde elementen geregulariseerd in kwetsbare zones. De uitbreidingsgedachte van de jaren ’60 is nog niet verdwenen. Dit komt onder meer door de lakse voorwaarden op vlak van ruimte. Reservegrond van bedrijven wordt nog steeds niet terug doorverkocht, als blijkt dat er geen reserve nodig is. De nood aan ruimte wordt gelijk gesteld aan de nood aan grondoppervlakte, terwijl in de hoogte bouwen al perfect mogelijk is. Niet-verhuurde kantoren worden niet bij leegstand gerekend. Herstructurering van oude bedrijventerreinen is nog steeds geen voorwaarde voor het aansnijden van nieuwe gronden. Gedeelde faciliteiten zijn niet geliefd bij de ruimtevragers, dus niet verplicht,…
De West-Vlaamse Milieufederatie pleit voor een andere berekening van de nood aan bedrijventerreinen. Een berekening die in eerste instantie uitgaat van de potentieel beschikbare ruimte op bestaande bedrijventerreinen. Verweving van functies, horizontaal én verticaal (bijvoorbeeld bedrijvigheid in woonkernen of landbouwgewassen in containers op bedrijfsdaken) moet de regel worden. Ze ijvert er samen met Bond Beter Leefmilieu en Natuurpunt voor dat grondrechten van slecht gelegen woongebieden en industrieterreinen worden verruild met deze van beter gesitueerde gronden. Grote stallencomplexen passen voor de West-Vlaamse Milieufederatie niet in landelijk gebied en para-agrarische activiteiten moeten strikter afgebakend worden. Daarnaast ijvert ze er ook voor dat intercommunales geen investeringsvehikels worden van de gemeenten, door het opkopen van landbouwgronden met een toekomstige bestemming ‘bedrijvigheid’.
Waar er, ondanks zuinig ruimtegebruik, toch een bedrijventerrein moet worden opgetrokken, wil de West-Vlaamse Milieufederatie dat deze binnen de fysische kenmerken van het landschap worden ingepast. Dit houdt in dat beken en grachten, maar ook reliëf en kleine landschapselementen als leidraad dienen voor het ontwerp. Daarenboven moeten groenelementen die dan toch moeten verdwijnen, opnieuw verweven worden binnen het bedrijventerrein (en niet geconcentreerd binnen een waterbufferzone). Groendaken en andere groen-blauwe dooraderingen zouden standaard moeten zijn in toekomstige ontwikkelingen. Elke ontwikkeling moet uitgaan van het behouden en versterken van de ecosysteemdiensten van het landschap.
Naast het integreren van groen-blauwe dooradering, is een maximale afstemming van processen en faciliteiten binnen een bedrijventerrein een element van duurzaamheid. Evenals de voorafgaande afstemming van processen en woon-werk-verkeer op het bestaande openbaar vervoer en de toegankelijkheid met duurzame vervoersmodi. Korte keten, niet alleen voor landbouw, heeft hierbij voorrang, net als het wonen bij werk.
De West-Vlaamse Milieufederatie bouwt haar ruimtelijke standpunten op met haar lidorganisaties en verdedigt deze binnen de Provinciale Commissie Ruimtelijke Ordening. Daarnaast wordt ze op Vlaams niveau vertegenwoordigd door Bond Beter Leefmilieu.
Behoud van Open Ruimte
West-Vlaanderen moet nu al alles in stelling brengen om een nultoename van verharding te bereiken op korte termijn. Dit kan enkel als er ook werk gemaakt wordt van verhardingskrimp, ontkaveling, verdichting en aaneensluiting van grote groene gebieden. Open ruimte vrijwaren en op goed gekozen plaatsen kernen verdichten en verbinden met groen-blauwe netwerken zijn het primaire streefdoel van de West-Vlaamse Milieufederatie. Binnen de open ruimte moeten ecosystemen en ecosysteemdiensten maximaal ingezet in samenwerking met de economische actoren. Ook bij particulieren is er werk om hen te overtuigen dat ze een aandeel hebben in de ontharding en vergroening van privéterrein.
Met het Plan Regentuin wil de West-Vlaamse Milieufederatie de bewustwording van de burger op gang trekken. Via de tuin en buurtgroen moet de burger bewust worden van de impact van verharding van open ruimte.
Actuele Dossiers
Ruimtelijke Dossiers
De West-Vlaamse Milieufederatie wil mét haar lidverenigingen aan de slag gaan in concrete ruimtelijke dossiers. In de eerste plaats samen met het beleid en de ruimtevragers. Daarom engageert ze zich actief binnen het overleg ‘Duurzame bedrijventerreinen’ binnen de schoot van de ProCoRo. Ook heel het inspraakproces in kader van de herziening van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan, ‘De Plaatsbepalers’, werd actief opgevolgd. Maar ook met andere beleidsactoren als Leiedal in het opstellen van het manifest Zeroregio en andere initiatieven om de waarde(beleving) van de open ruimte op te schalen.
Omdat we echter het kantelpunt –waarop de inname van open ruimte als de allerlaatste mogelijkheid wordt gezien door het beleid- nog niet bereikt hebben, moeten we onze lidorganisaties ook regelmatig steunen in hun bezwaren. Zo heeft de West-Vlaamse Milieufederatie een trekkende rol in het opstellen van een koepelbezwaar tegen het GRUP Regionaal Stedelijk Gebied Brugge (ook wel ‘stadiondossier’ genoemd) en blijft ze ijveren voor een sterke bescherming van de historische poldergraslanden. Daarnaast zijn er nog heel wat kleinere dossiers, waar we de lidorganisaties bijstaan in het formuleren van bezwaren, opzoeken van informatie en ondersteunen van de persacties. Uiteraard is dit alles ook afhankelijk van het dossier en het tijdsbestek dat voorhanden is. Hiervoor werd een afwegingskader opgesteld.
Heel wat ruimtelijke dossiers komen op de agenda van de ProCoRo. Op de site van de ProCoRo kan je de verslagen vinden. Leden kunnen contact nemen met de het secretariaat om informatie te krijgen over dossiers.
Actuele Dossiers