Voedselproductie en eco-systeem
Landbouw en visserij worden al te gauw aanzien als kringloopeconomie. Kringloopeconomie is een economisch systeem waarin geen eindige grondstofvoorraden opgebruikt worden en reststoffen volledig opnieuw worden ingezet in het systeem. Inderdaad, voor landbouw wordt de mest opnieuw ingezet in het systeem, er is op papier geen mestoverschot in Vlaanderen. Maar in realiteit worden voeders ingevoerd uit Latijns – Amerika, geraken fosfaatmijnen uitgeput, slorpt kunstmest heel wat energie op, blijven heel wat nitraat- en fosfaatverbindingen in bodem, water en lucht, zorgen verre transporten voor sterke vervuiling en is er watertekort, om nog te zwijgen van de andere milieuproblemen als erosie en gezondheidseffecten.
Ook de visserij staat hier niet los van. Niet alleen zorgen bodemberoerende vistechnieken als de boomkor –dat is een balk die over de grond sleept om de vissen op te doen schrikken en in de netten te jagen- voor een permanente degradatie van het zeebodemleven, maar ook de overbevissing door beroeps- en recreatieve visserij zorgt voor een verdere aftakeling van het visbestand. Daarnaast is de bijvangst -dat is het zeeleven dat onbedoeld in de netten verstrikt raakt-, zoals te kleine visjes of bruinvissen, verantwoordelijk voor de achteruitgang van heel wat soorten. Om de vraag aan vis te kunnen dekken, zonder de zeeën leeg te vissen, werkt men ook in West-Vlaanderen aan de ontwikkeling van de aquacultuur. De bedoeling is om serre- en visteelt te combineren, waarbij de vis de voedingsstoffen (mest) levert aan de serreplanten.
Ecologische alternatieven
De West-Vlaamse Milieufederatie heeft zich overtuigd aangesloten bij Voedsel Anders. Dit is een platform dat ruimte wil voor een transitie van de landbouw naar een agro-ecologische landbouw. Een agro-ecologische benadering gaat uit van samenwerking met en nabootsing van de natuur. Basisprincipes bij deze teelt zijn het recycleren van voedingsstoffen (vb. mest en compost om de bodem te voeden), de zorg voor een gezonde, van nature vruchtbare bodem, het minimaliseren van verlies aan hulpbronnen (zonlicht, water, bodem…) en het stimuleren van genetische diversiteit. Het wordt je meteen duidelijk dat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest of ggo’s in deze benadering niet thuishoort. Een agro-ecologisch systeem is milieuvriendelijk omdat het door zijn grondgebondenheid rekening houdt met de (lokale) draagkracht van de natuur.
Agro-ecologie zet lokale middelen en boerenkennis in om te komen tot een veerkrachtige landbouw die past bij de regio en de mensen. Wetenschappelijk onderzoek vertrekt van de boeren en vindt plaats in samenwerking met hen. Met Voedsel Anders pleiten we dan ook voor een eerlijk inkomen voor de boer.
Met het Vistraject heeft de Belgische visserij zich er sinds 2015 toe verbonden om een transitietraject aan te gaan naar een duurzame visserij. Deze visserij vist selectief en kleinschalig op bepaalde niet-bedreigde soorten en heeft een minimale impact op het milieu. Het selectief vissen zou moeten aangemoedigd worden door de aanlandingsplicht. Hierbij moet alle gevangen vis aan land gebracht worden. In de praktijk, wordt deze dan tot vismeel voor de veevoederindustrie omgezet. Daarnaast heeft de overheid zich ertoe verbonden om de natuur op zee te gaan beschermen. Maar hier knelt het schoentje wel eens. Niet alleen wordt steevast gekeken naar deze natuur om combinaties met de voedingsindustrie te maken (zoals mossel- of algenkweek), maar wordt natuur ook als reservezone voor de inplanting van windmolens gezien. Daarenboven is de controle op Nederlandse schepen, of recreatieve schepen, niet van die aard, dat er veel in de weg wordt gelegd aan schepen die te veel of te kleine vissen op verkeerde plaatsen boven halen.
Actuele dossiers
Groententeelt en Akkerbouw
De West-Vlaamse landbouw blijft in de lift zitten. Niet alleen spannen we de kroon als het gaat om het kweken van kippen en varkens, maar ook op vlak van akkerteelten als aardappelen en maïs en de groenteteelt, zijn we de topregio van België en bij de top van Europa. Alles op één kleine morzel grond.
Stilaan wordt ook duidelijk dat onze groente- en akkerteelten niet klimaatbestendig zijn. Niet alleen zijn soorten als spinazie en aardappelen heel droogtegevoelig, maar ze beschermen ook de bodem niet bij hevige regenval. Daarenboven worden bodems uitgeput, onder andere door de bodemkering, maar vooral door het gebruik van mest zonder veel organische stof en geraakt het bodemleven uitgeput door de pesticiden. Daardoor spoelt niet alleen de bodem af, maar is de vervuiling van waterlopen en de eutrofiering van de zee een steeds terugkerend probleem. Te veel mest op slechte tijdstippen, zorgt dan weer voor een versterking van deze problemen, maar ook voor gezondheidsklachten bij omwonenden door het vrij komen van ammoniak. Dit valt het meest op bij de voorjaarssmog.
De verschuiving naar akkerbouw en groenteteelt, zorgt voor het verdwijnen van het grasland en kleine landschapselementen. Hierdoor wordt niet alleen het verlies aan biodiversiteit versneld: dit weegt ook op de waterhuishouding. Graslanden en kleine landschapselementen houden niet alleen water op bij hevige neerslag, ze laten het ook infiltreren in de bodem en zorgen zo voor een continue aanrijking van de bovenste grondwaterlagen. Daarenboven houden graslanden enorme hoeveelheden koolstof vast én zorgt het scheuren van het grasland voor het vrijkomen van deze koolstof en methaan.
En, tot slot: de boeren worden er niet rijk van.
Maar stilaan komen er ook nieuwe spelers op de markt. CSA-boerderijen, biolandbouw, lokale voedselnetwerken en andere korte keteninitiatieven, zorgen voor een verkleinde ecologische voetafdruk en dus ook een grotere winst voor milieu en producent.
Actuele dossiers
Veeteelt
Met meer dan 3 miljoen varkens en 13 miljoen stuks pluimvee (in 2017) (respectievelijk de helft en een 40% aandeel in Vlaanderen) is West-Vlaamse veestapel de belangrijkste van België. Waar in Vlaanderen, bijvoorbeeld voor de varkensteelt, tussen 2002 en 2013 een daling van het aantal varkens kan worden vastgesteld met 101.345 stuks, telde West-Vlaanderen er, volgens de POM West-Vlaanderen) voor die periode 190.992 bij (een stijging met bijna 6%). IN 2017 kwam er even een pauze in de groei. Voor pluimvee is er over de laatste jaren een sterke stijging, vooral bij de vleeskippen. In de ranking van aantal varkens per km², staat West-Vlaanderen, wereldwijd, aan de top van varkensrijke regio’s. Gemiddeld liggen twee varkensbedrijven hier een 450 meter uit elkaar en heeft de provincie een zelfvoorzieningsgraad van 708% in 2014. Gezien de dichtheid ook voor de kippenkwekerijen geldt én deze dichtheid binnen de provincie nog eens in een aantal subregio’s onder te verdelen is, kan men van een ‘abnormale’ situatie spreken. Toegespitst op de regio Tielt, kan je een duidelijker beeld hebben van de werkelijke dichtheid van de kolonie varkens. Het arrondissement Tielt heeft een oppervlakte van 329,79 km². Daarop heeft men (voor 2013) 866.563 varkens. Dat zijn er dan 2.628 per km².
De West-Vlaamse Milieufederatie wil een afbouw van de veestapel. De intensivering van de veeteelt zorgt voor teveel stank en uitstoot van onder andere fijnstof en ammoniak. De West-Vlaamse natuur is in verdrukking, de al beperkte watervoorraden staan onder druk en waterlopen blijven vervuild, omwille van de hoge druk vanuit de veeteelt.
De West-Vlaamse Milieufederatie stelde in 2017 een rapport op over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden en duwt mee aan een Vlaams traject om dit ter plaatse te onderzoeken. Daarnaast werkt ze samen met Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu, Voedsel Anders, Natuurpunt en vele andere organisaties, maar ook politici om een gezond evenwicht te krijgen tussen veestapel en omgeving. Om goed op de hoogte te zijn van wat die druk net is, pleit de West-Vlaamse Milieufederatie voor een berekening van de maatschappelijke kosten van de veestapel voor West-Vlaanderen.
De West-Vlaamse Milieufederatie ijvert ook voor een professioneel en onafhankelijk bemiddelaar tussen buurt en boer, die de overlastdossiers effectief aanpakt en begeleidt naar een oplossing, gezien de huidige aanpak veelal niet lukt.
Actuele dossiers
Visserij
Met de Kustwerkgroep van Natuurpunt heeft de West-Vlaamse Milieufederatie een sterke partner in het uitwerken van strategieën die ons op weg helpen naar een duurzame visserij. De West-Vlaamse Milieufederatie zette ook haar schouders onder de Warrel-niet –Campagne, die een verbod op recreatieve kieuw- en warrelnetten op het strand bepleitte. Met succes. In 2015 kondigde de Vlaamse Regering dit verbod af.
Intussen volgt de West-Vlaamse Milieufederatie samen met de Kustwerkgroep van Natuurpunt het in kaart brengen van de recreatieve zeevisserij, vanaf het land en op zee, ook nauw op. In 2016 werden 800 vaartuigen geteld die als recreatieve vissersschepen de zee op kunnen. In 2017 werd op jaarbasis ruim 40.000 uren gehengeld vanaf een strekdam/pier en bijna 30.000 uren gehengeld vanaf het strand. Kruiers hadden 10.500 visuren achter de kiezen, de paardenvisserij deed er ruim 1.000. Daarenboven zorgen de passieve strandnetten nog eens voor 3.693 vangdagen. Het is vooralsnog niet duidelijk hoeveel deze vissers bovenop het visserijquotum vissen, dus hoeveel vis er te veel uit de zee wordt gehaald. De Vlaamse vaartuigen voor beroepsvisserij, komen ook steeds meer in buitenlandse handen. Door de klimaatverandering en overbevissing, wijken vissers steeds verder uit voor hun vangsten.
De haven van Zeebrugge voert daarnaast ook steeds meer vis in uit gebieden die het niet zo nauw nemen met voorwaarden voor duurzame kweek, of vangst. Ook in de visserij geldt dat de externe kosten van overexploitatie niet ingerekend worden in het product. Dit leidt ook hier tot uitputting van het ecosysteem en onderbenutting van de korte en (eventueel) meer duurzame keten.
Ook met Natuurpunt (en WWF) duwen we mee aan de bescherming van de natuur op zee, binnen de afbakeningen in het nieuw Marien Ruimtelijk Plan.
Actuele dossiers