Waterlopen en bodems zijn de dragers van het landschap. Waterlopen voeden de natuur en landbouw, verkoelen steden, zijn de snelweg voor dieren en planten en de economische aders van de toekomst. Maar watertekorten of wateroverlast waarschuwen ook dat klimaatverandering in onze regio grotere gevolgen kan hebben, dan initieel gedacht. Werken met het water is dan ook de enige optie. En dit begint bij de bodems. Bodems zijn de basis voor de landbouw en de natuur. Waar de bodems goed behandeld worden, groeien planten beter, blijft de ondergrond langer vochtig, wordt vuil beter gezuiverd en klimaatgassen opgestapeld.
Bodem
Bodems worden op alle vlakken onderschat. Een bodem kan heel wat CO2 opslaan. Een bodem met veel organisch materiaal zorgt voor het verwerken van heel wat vervuiling, zoals nitraten en bacteriën, maar houdt –in samenwerking met wortels, schimmels en bodembeestjes- ook veel beter het water vast (en droogt minder snel uit). Een goede bodem erodeert minder snel en zorgt voor een rijkere opbrengst. Een strand –ook een bodem- met veel organisch materiaal, zorgt voor groeikansen voor duinen, die op hun beurt dan weer zorgen voor een sterkere kustbescherming.
De West-Vlaamse Milieufederatie wil aandacht voor de bodems. Daarom moet niet alleen de landbouw anders, ook het strandbeleid en natuurbeleid moeten hierop afgestemd worden. Bodems die goed onderhouden worden, zijn cruciaal in het klimaatverhaal, maar slecht onderhouden bodems zorgen voor een negatieve klimaatbijdrage. Het misbruiken van de bodem, is dus zoals het onderuit halen van de fundamenten van een huis: stilaan brokkelt het huis af.
Actuele dossiers
Integraal Waterbeleid
‘Integraal waterbeleid’ is dat beleid dat alle doelen voor het waterbeheer zou moeten samenbrengen. Zowel het grondwater, als het oppervlaktewater, maar ook de waterkwaliteit en de hoeveelheid water. West-Vlaanderen kent voor het integraal waterbeleid een pak uitdagingen. Niet alleen is er de zeespiegelstijging, maar ook erosie, vervuiling door mest, grondwatertekort, wateroverlast,… Voor de West-Vlaamse Milieufederatie is dit een van de kernthema’s van de werking.
Actuele dossiers
Waterkwaliteit
Waterkwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater verschilt op verschillende plekken, tijdstippen en dieptes. De waterkwaliteit wordt beïnvloed door natuurlijke processen en door watervervuiling/-zuivering door de mens. De vervuiling door de mens is ook in West-Vlaanderen het grootste probleem. Door de grote druk vanuit de landbouw, blijft de waterkwaliteit in West-Vlaanderen op vlak van vermesting en pesticidedruk de slechtste van Vlaanderen. Daarnaast is er de achterstand in het afkoppelen van de lozingen van huishoudelijk afvalwater in de beken en blijven incidentele lozingen door bedrijven een probleem. West-Vlaanderen staat voor Vlaanderen ook aan de absolute top in aanwezigheid van voor de mens aangewende antibiotica in oppervlaktewater.
Om de nog ondermaatse kwaliteit van rivier- en ander oppervlaktewater onder de aandacht te brengen, wordt jaarlijks de Big Jump georganiseerd, waarbij men de waterlopen induikt.
Vermesting
Vermesting ontstaat als er te veel voedingsstof (nutriënten) in omloop komt. Planten op het land kunnen bij overbemesting niet alle overtollige nutriënten opnemen, waardoor deze stoffen in het oppervlaktewater, grondwater en bodem terechtkomen. Dit zorgt voor een verstoring van het waterleven door onder andere het ontstaan van giftige blauwalgen, maar ook andere soorten, die bij rotting naar de bodem zakken en de zuurstof wegnemen uit het water.
De belangrijkste nutriënten betrokken bij vermesting zijn: kalium, natrium en fosfor.
Er komt een enorme mestdruk vanuit de combinatie van de intensieve veeteelt, intensieve groenteteelt (inclusief serres) en intensieve akkerbouw, samen met de markteisen van de verwerkers (blauwe prei, donkergroene spinazie,…), het veranderende klimaat, omzetten van grasland en de fraudegevoeligheid van het landbouwsysteem. De West-Vlaamse Milieufederatie pleit dan ook voor het veranderen van dit model dat op bulk en niet op kwaliteit is gericht en het inpassen van de landbouw binnen de grenzen van het ecosysteem: goed voor boer, beest en buur.
Verzilting
Verzilting neemt toe in de Polders. Verzilting is het zouter worden van de bodem. Verzilting in de Polders is een natuurlijk proces. Het is ook daarom dat er regelmatige spoeling is van de Polders, om het zout weg te ‘wassen’. Verzilting gebeurt niet alleen onder druk van de stijgende zeespiegel, maar ook door het jarenlange leegpompen van de zoetwaterlenzen in de polder-ondergrond. Deze zoetwaterlenzen vorm(d)en een ondergrondse verdedigingsmuur tegen de druk vanuit de zee.
Als reactie tegen de verzilting worden vergunningen voor grondwateronttrekking stelselmatig afgebouwd. Dit heeft ook gevolgen voor de irrigatie van de landbouw in de Polders, voornamelijk in de andere bronnen van water die nu moeten worden gevonden. Op dit moment loopt er ook een onderzoek van de Watergroep naar het injecteren van zoet water in de ondergrond, om de druk op de voorraad te doen dalen en drinkwatervoorziening te kunnen garanderen, ook op momenten dat ook de landbouw het oppervlaktewater oppompt voor gebruik.
Verzilting is nefast voor de zoetwater-gebonden natuur, maar kan ook nieuwe natuur opleveren, zoals bij Ter Doest in Lissewege.
Verzuring
Verzuring van bodem of water is het gevolg van de uitstoot van vervuilende gassen door fabrieken, landbouwbedrijven, elektriciteitscentrales en (vracht)auto’s. Onder andere zwaveldioxide, ammoniak en stikstofdioxide komen via lucht en neerslag in bodem en waterlopen terecht. Planten worden zo vatbaarder voor ziekten. Deze zuren verhogen ook het nitraatgehalte in de bodem en zorgen voor het uitspoelen van zware metalen en aluminium naar het grondwater. Door het voortdurend uitspoelen van kalium, calcium en magnesium, krijgen bepaalde bodems ook een lagere buffercapaciteit. Zo kunnen ze minder weerstand bieden tegen het verzurende effect van stikstof en zwavel uit de lucht. In West-Vlaanderen wordt de situatie in de Gulke Putten goed gemonitord. Dit natuurgebied ligt te midden van het intensieve veeteeltgebied in de regio van Wingene.
Door het verhoogde gehalte aan CO2 in de lucht, gaat ook de Noordzee –net als de andere zeeën en oceanen- verzuren. Door deze verzuring gaan de kalkskeletten van de zeefauna minder goed groeien en komen vooral de schelpdieren in gevaar.
Actuele dossiers
Waterkwantiteit
Dit is de hoeveelheid water. Het watersysteem in West-Vlaanderen is heel divers, van het rivierbekken van de IJzer, over de polders aan de kust en het intensief gebruikte water van kanalen en de Leie-Schelde. Het grondwater in West-Vlaanderen heeft verschillende grondwaterlagen en is vaak in eeuwenlange processen ontstaan.
De West-Vlaamse Milieufederatie ziet water niet los van de omgeving. Water bepaalt, net als bodem, lucht en klimaat, wat er kan leven en groeien in een gebied. Water heeft ruimte nodig omdat er op sommige momenten meer regen valt: natte gronden zijn dan ook waardevol als buffer en zorgen daarenboven voor variatie in de natuur. Door het overvloedig onttrekken van grondwater (voor landbouw, toerisme en industrie) en de beperkte kansen voor infiltratie – insijpeling in de bodem – heeft ervoor gezorgd dat onze regio één van de waterarmste is in Europa. Waterbeheer moet dan ook starten van de plaats waar de eerste druppel valt.
Daarom pleiten wij in overleg met de Provincie, samen met de partnerorganisaties, steeds voor een samenhangende kijk op water. We willen een correcte toepassing van de ecosysteembenadering. Hierbij worden de natuurlijke processen als basis van een gedegen waterbeleid aangewend. Niet de symptoombenadering van het verzekeren van teelten in valleien tegen wateroverlast, of aardappelruggetjes om het afstromend water op te houden in heuvelachtige gebieden en het aanleggen van bufferbekkens om de droogte te overbruggen. Wél het aanpakken van de vraag naar water, het ontharden van het landelijk gebied, natuur als waterbuffer, goede bodemkwaliteit en het behoud van open ruimte staan centraal.
Belangrijk daarbij is ook de vraag: hoe verdeel je de voorraad zoet water? De landbouworganisaties hebben van oudsher veel te zeggen hierin. De intensieve productie van gewassen vereist immers dat de velden niet te droog en niet te nat zijn. Maar er zijn veel andere partijen voor wie water ook steeds belangrijker is: de industrie, toerisme aan de kust, burgers en zeker ook de natuur. Daarom pleiten wij voor een eerlijke afweging en een eerlijke verdeling van water, binnen een ecosysteembenadering.
Droogte
Tot aan WOII had West-Vlaanderen een landbouwlandschap waarbij water, natuur en landbouw eerder verweven waren. Beken hadden meer meanders en er waren meer meersen en drassige gebieden. De ruilverkavelingen van na WOII, de intensivering van de landbouw en de bouw van grotere bedrijventerreinen en verkavelingen, zorgden voor een grote ommekeer in het landschap. Voor de landbouw werden beken rechtgetrokken om te zorgen voor een snelle afvoer. Landbouwkavels werden ontdaan van alle groen en poelen en werden samengevoegd. Kunstmest en productieverhoging zorgden voor een afname van het organisch materiaal in en verslemping van de bodem, zodat water sneller verdween. Natte gronden werden gedraineerd en weides omgezet naar maisakkers en aardappelvelden. Regenwater bleef niet meer in het gebied achter, maar werd sneller afgevoerd werd naar de grotere beken. In combinatie met toenemend gebruik van grondwater (voor de veeteelt en industrie) heeft deze snelle afvoer van regenwater gezorgd voor een daling van de grondwaterstanden. Daarenboven konden de grondwaterlagen ook steeds minder aangevuld worden, door het ruimtebeslag van onder andere overgedimensioneerde woningen en bedrijventerreinen. Op vandaag kennen we bijna jaarlijks problemen van droogte in onze landbouwgebieden, waardoor niet alleen grondwater wordt aangesproken voor beregening, maar ook het oppervlaktewater te veel bevraagd wordt. Naast onttrekking van water uit het landschap en de grond door de landbouw, zijn het ook de drinkwaterwinning, de watervoorziening van de kanalen en de industrie die beslag leggen op de watervoorraad.
Om verdroging tegen te gaan, is het van belang dat regenwater tijd en ruimte krijgt om zich via de bodem een weg te banen naar de grondwatertafel, maar ook om tijdelijk opgeslagen te kunnen worden in weiden, bos en natuurlijke poelen in het landschap. De bodem speelt hierbij een grote rol, want organische stof in de bodem zorgt ervoor dat water beter in de bodem kan dringen. Zo wordt het beter vastgehouden. Organische stof zorgt ook voor een beter bodemleven, waardoor er meer gangen en gaten ontstaan, met een natuurlijke drainage als gevolg.
De West-Vlaamse Milieufederatie ijvert in verschillende overlegorganen voor het vrijwaren van open ruimte, het verbeteren van de bodems en het behoud van kleine landschapselementen. Via de ProCoRo houdt ze deze lijn strikt vast, maar ook in overleg met landbouworganisaties en administraties pleit ze steevast voor een verminderde watervraag, een verbeterd vasthouden en bergen van water in het landschap en de legitieme positie van natuur als watervrager.
Infiltratie, waterophouden en hergebruik
Belemmering van infiltratie kan een natuurlijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld als de grond niet doorlatend is (kleibodem), of verzadigd door overvloedige regenval. Maar vooral door het volbouwen van de open ruimte en de nog steeds toenemende individuele verhardingen (opritten en bedrijfsverhardingen (parking bijv.)) en wegenissen wordt de bodem afgesloten. Daarnaast is ook de landbouwexploitatie belangrijk, immers door schaalvergroting, het gebruik van zware landbouwmachines, het scheuren van graslanden, een verarmde bodemstructuur en erosiegevoelige teeltrotaties, neemt de bodem minder water op en stroomt het water sneller af (samen met de bodem). Daarenboven blijken heel wat kleine landschapselementen in actieve landbouwzones zoals hagen, bosjes, poelen en grachten,… ongestraft gerooid of gedempt te worden en de ruimte voor de vrije natuur steeds meer beperkt is geworden.
De West-Vlaamse Milieufederatie wil met haar Plan Regentuin de meer dan 10% oppervlakte van de Vlaamse bodem die in tuinen is omgezet, meer ruimte maken voor infiltratie van water in de bodem. Maar ze zet ook in op een andere landbouw binnen de platformorganisatie Voedsel Anders en de provinciale werkgroep ikv duurzame bedrijventerreinen.
De intensieve groententeelt zet, na jaren van stilstand, steeds meer in op hergebruik van proceswater. Water dat door de verwerkende bedrijven gezuiverd wordt tot op het niveau dat het kan gebruikt worden voor de beregening van groenten. Hergebruik van regenwater is in nieuwe woonwijken al verplicht, maar het kan meer. In de toekomst moet het ook mogelijk zijn om grijs water van huishoudens te hergebruiken. Hier zet de industrie de toon: steeds meer bedrijven zuiveren zelf hun afvalwater tot op een niveau dat het terug bruikbaar is voor bepaalde processen.
Grondwater
Hoeveel grondwater er in West-Vlaanderen opgepompt wordt, is niet geweten. In het verleden werden putten zonder vergunning geboord en met de opkomst van de industrie en de intensieve veeteelt werd de druk op de grondwatertafels stelselmatig opgevoerd. De ondiepe grondwaterlagen worden, onder andere, onder druk gezet door (diep)drainage. Hierbij ligt de drainage net onder de grondwatertafel. Er komt zo wel een capaciteit voor berging vrij, bij hevige regenval. Maar op ecologisch vlak zorgt dit voor verdroging van kwelrijke gebieden en natte graslanden. Ook de winning van grondwater (en het gebrek aan aanvulling), zoals in het Sokkelsysteem, leveren nu reeds problemen op voor deze systemen. Naast de verzilting van het grondwater -door de druk van het zeewater dat de leemte opvult- treedt ook verdroging op van de bovenliggende gronden en verhoogt het gehalte aan nutriënten in de grond (omwille van temperatuurstijging en verhoging zuurstofgehalte). Vergunningen worden nu stelselmatig afgebouwd in capaciteit, maar dat levert een rush op het oppervlaktewater op in droge seizoenen.
Drinkwaterwinning uit grondwater is een dure aangelegenheid, ook vanwege verontreinigingen. Niet alleen de verontreiniging op vandaag, maar ook de historische vervuiling vanuit de landbouw (met mest en antibiotica) vormt een probleem. Bescherming van het grondwater is dan ook essentieel. Niet alleen vanwege het drinkwater, ook vanwege de zeldzame soorten die leven op plaatsen waar goed grondwater in de vorm van kwel of wijst naar boven komt. En omwille van de boer die niet de schuld wil van een vervuild MAP-meetpunt naast zijn akkers.
De West-Vlaamse Milieufederatie pleit al even voor het verhogen van de natuurlijke infiltratiecapaciteit. Dit kan door bijvoorbeeld in de polders waterberging te koppelen aan infiltratie en moeraslandbouw (riet). Injectie van water in de diepe grondwatertafels, zoals er nu door de Watergroep wordt onderzocht, is echter een laatste oplossing, als alle andere middelen uitgeput zijn (zoals ook het inperken van de watervraag of het doorvoeren van de betonstop en het ontharden van het landschap).
Wateroverlast
Dat wateroverlast het gevolg is van de klimaatverandering, in combinatie van de afwezige ruimtelijke ordening, de weinig aangepaste landbouw en het vernietigen van de natuurlijke buffering, is niet nieuw. De Provincie West-Vlaanderen is zich ter dege bewust van het probleem en heeft een heel programma ontrold dat overlast in verstedelijkte kernen in de toekomst moet voorkomen. Een combinatie van stuwtjes (muurtjes in een beek die het water ophouden), extra reiten van beken, waterberging in weiland en bufferbekkens (gecontroleerde overstromingsgebieden) die ook voor de landbouw inzetbaar zijn in tijden van droogte, wil de Provincie het probleem aanpakken. Daarnaast is de Provincie ook strenger dan Vlaanderen als het gaat om waterbuffering op eigen terrein bij nieuwe bedrijventerreinen. Deze aanpak is op korte termijn waarschijnlijk wel de noodzakelijk aanpak.
Het is eveneens de Provincie die steeds weer nieuwe grond voor bedrijvigheid, of tweedeverblijven goedkeurt. Het is Vlaanderen die het toelaat dat extra verharding wordt aangelegd, zonder vergunning en het zijn de gemeenten die –uit drang naar meer inkomen uit belastingen en vrees voor een leegloop van hun gemeenten- steeds nieuwe verkavelingen toelaten. Dat niet-landbouwgerelateerde activiteiten worden geregulariseerd op verlaten hoeves, is eveneens tekenend voor een beleid dat er maar niet in slaagt één lijn uit te zetten.
De West-Vlaamse Milieufederatie ijvert voor een toekomstgerichte visie. De fysische en natuurlijke kenmerken van het landschap moeten hersteld worden. De mens moet zijn activiteiten enten op dit landschap. Meersen, moerassen of natte gronden hebben hun nut in het watersysteem. Bossen houden water vast, maar zijn na de algemene vernietiging in WOI nooit meer terug geplant. Een sterk beleid gaat ook voor concentratie van woonwijken, nieuwe vormen van wonen en het verweven van water in het landschap.
Actuele dossiers